In mijn vorige blog konden jullie lezen over de discussie rondom verzadigd vet en of dit terecht wordt gezien als ongezond. Om de vet-triologie compleet te maken vertel ik in deze blog meer over onverzadigd vet en de transvetten.
The good and the bad: onverzadigd vet Onverzadigd vet is over het algemeen gezond omdat dit de goede werking van het hart en de bloedvaten ondersteunt doormiddel van vetzuren (omega 3, 6 en 9). Er is dus verschil binnen de onverzadigde vetzuren en natuurlijk: de één is weer gezonder dan de ander. Onverzadigd vet bestaat uit enkelvoudige (omega- 9) en meervoudige vetten (omega- 3 en -6). Omega- 9 maakt het lichaam zelf aan (vanuit omega- 3 en- 6) en hebben we via onze voeding dus minder hard nodig. Olijfolie en avocado’s zijn een goede voorbeelden van omega 9. Omega-3 vetzuren zijn onder andere rijk aanwezig in vette vis(olie), lijnzaad en walnoten. Omega 3 uit dierlijke bronnen is beter door het lichaam op te nemen dan vanuit plantaardige bronnen. De belangrijkste functie van omega-3 vetzuren is dat ze beschadigde cellen repareren waarmee ze bijdragen aan een verlaagd risico op o.a. hart- en vaatziekten. Belangrijk en heel gezond dus! Omega-6 vind je vooral in plantaardige oliën (zonnebloemolie, koolzaadolie, maisolie etc.) Omega 6 heeft een belangrijke rol in het ondersteunen van de hart- en bloedvaten en het versterken van het afweersysteem. Er is alleen een grote maar! En dat gaat om de verhouding met omega 3 en de grote hoeveelheden omega 6 die wij tegenwoordig binnenkrijgen. Je hebt zowel omega-3, omega-6 als omega-9 vetzuren nodig om gezond te blijven. Maar alle omega vetzuren werken alleen optimaal als ze in de juiste verhouding in het lichaam aanwezig zijn. Wetenschappers zijn het nog niet helemaal met elkaar eens wat de ideale omega-6/3 verhouding is (waarschijnlijk 1:1), maar met ons huidige Westerse dieet krijgen we veel te veel omega-6 binnen. Een te hoge hoeveelheid omega 6 (en de disbalans wat daarmee gepaard gaat) brengt veel gezondheidsrisico’s met zich mee. Hoe komt het dat we teveel omega 6 binnenkrijgen? Veel van onze voeding bevat plantaardige oliën, of het wordt er aan toegevoegd. Denk aan de halvarine die we op ons brood smeren en het vloeibare bak- en braad vet waar we in bakken. Vaak staat er op verpakkingen met dikke letters dat het ‘een bron van omega 3’ is, maar de hoeveelheid omega 6 is vaak vele malen groter. Denk ook aan de smeersels op brood (pindakaas of sandwichspread bijvoorbeeld), gemarineerde producten, frituurvet, koek en gebak. Het enige vet met een redelijk percentage omega 3 is lijnzaadolie. The evil: transvetten Plantaardige oliën zijn goedkoop. Een fles zonnebloemolie in de supermarkt kost ons nog geen euro. Fabrikanten maken hier veelvoudig gebruik van in plaats van echte boter. Plantaardige oliën zijn vloeibaar en dat is niet handig bij het produceren van bijvoorbeeld koek, gebak of snacks. Dus worden deze oliën kunstmatig gehard en dan spreek je over transvetten. Dus jawel, ook de halvarine of margarine die je elke dag op je brood smeert zijn (deels) geharde vetten. Transvetzuren kunnen ook ontstaan als je plantaardige oliën op te hoge temperaturen verhit, bijvoorbeeld bij frituren. Transvetten zijn één van de weinige “voedingsstoffen” waarover heel voedingsland het eens is dat deze zwaar ongezond zijn. De gezondheidsraad maakt zich al jaren zorgen over onze inname van transvetten en nu wil ook de Europese commissie een limiet op transvetten. Wie iets wil meenemen na afloop van deze vet-triologie kan het volgende onthouden: de juiste onverzadigde vetten doen ons lichaam goed, we mogen genuanceerder omgaan met verzadigd vet en transvetten…..tja, daar is eigenlijk geen goed woord over te zeggen!
0 Comments
|
Blogs
All
|