Veel mensen letten op wat ze eten en proberen gezond door het leven te gaan. Toch lukt dat niet altijd. Gezond en bewust leven lijkt in deze tijd een onmogelijke opgave dankzij de tegenstrijdige berichten in de media. Wat is nu wel en niet goed voor je? Fabrikanten en marketingbureaus doen hun best om ons van alles aan te smeren en wijs te maken. Allemaal met het doel om het voedingsproduct aan jou te kunnen slijten. Vandaag het eerste deel van de top 10 gezondheidsfabels! 1. Biologische producten zijn altijd gezond
Bio is hip. Verpakkingen met mooie groene blaadjes en met koeienletters 'biologisch' geschreven ogen ontzettend verantwoord. De schappen liggen er tegenwoordig vol mee! Maar niks is minder waar. Een biologisch koekje is net zo ongezond als de gangbare variant. Toegegeven, er wordt met biologische ingrediënten gewerkt waardoor de milieu-impact stukken kleiner is. Maar suiker blijft suiker. Hetzelfde geldt natuurlijk voor chips, zoutjes, chocolade, toetjes, pizza en al het andere voorbewerkte spul. De term 'biologisch' is beschermd maar wordt daarnaast graag gebruik als marketingtruc om consumenten te laten geloven dat het altijd om gezonde producten gaat. Wanneer je graag biologisch eet kies dan alleen voor onbewerkte, pure en natuurlijke voedingsmiddelen. Alleen dát levert gezondheidswinst op. Als het andere kun je links laten liggen, scheelt ook nog eens in de portemonnee. 2. Zoetstoffen zijn een goede vervanging voor suiker. Nein. Zoetstoffen zijn tricky. Zeker voor mensen die willen afvallen of van hun zoete- of koolhydraatverslaving af willen komen. Dat heeft verschillende redenen. Zoetstoffen zorgen ervoor dat er toch insuline aangemaakt wordt omdat het lichaam "denkt" dat er door de zoete smaak (van kauwgom, frisdrank etc) suikers aankomen. Deze komen er niet en dus blijft de insuline '"rondhangen"" in de bloedbaan en haalt het daar suikers uit. Gevolg: een lage bloedsuikerspiegel. Je lijf zal snel weer om een nieuw portie eten of glas frisdrank vragen. Want: "waar blijven de calorieën?" De zin in eten blijft. Daarnaast zijn zoetstoffen lichaamsvreemd en worden deze moeilijk afgebroken. Dit vormt een extra belasting voor de spijsvertering. Er wordt momenteel veel onderzoek gedaan naar zoetstoffen en het gebruik blijkt niet altijd veilig te zijn. Er is nog veel onbekend over de combinatie van zoetstoffen en de werking ervan in ons lichaam. Gewoon afblijven dus. 3. Hoe donkerder het brood, hoe gezonder Leuk trucje van moeder marketing. Donker brood lijkt nu eenmaal erg gezond. Vooral wanneer het ook nog eens is bestrooid met allerlei pitten en zaden. Maar in werkelijkheid gaat het hier gewoon om (deels) witbrood gekleurd met moutstroop. De beste keuze blijft volkorenbrood, wat overigens een beschermde naam is. Wanneer een brood deze naam draagt bestaat het dus alleen uit volkorenmeel. Volkorenbrood is overigens helemaal niet donker maar (licht)bruin van kleur. 4. Hoe minder vet, hoe beter Vet maakt je dik. Vet is ongezond. Vet slipt je aderen dicht. Dit hebben we jarenlang meegekregen en de vetmythe is nogal hardnekkig. Uit steeds meer onderzoeken blijkt dat niet vet maar suiker de grootste boosdoener is van allerlei welvaartsziekten zoals obesitas, een hoog cholesterol, suikerziekte en andere hart- en vaataandoeningen. Er bestaat overigens maar één ongezond vet en dat is transvet. Gehard plantaardig vet voorkomend in margarines, bak- en braad olie, koeken, gebak, pizza's en ander fabrieksvoedsel. Samen met suiker is het verstandig transvet zoveel mogelijk te mijden. 5. Letten op je calorie-inname zorgt voor een stabiel gewicht Het gaat niet zozeer om de hoeveelheid, maar vooral om de kwaliteit en voedingswaarde van de calorieën die je eet. Dat betekent niet dat je de hele dag ongestoord je gang kan gaan want calorieen geven wel degelijk een goed beeld van de hoeveelheid energie we op een dag nodig hebben. Maar wanneer je zeer suikerrijk, zout of voorgefabriceerd/bewerkt voedsel eet is de kans veel groter dat je gemakkelijk dooreet en veel meer calorieen binnenkrijgt dan nodig. Het lichaam en onze verzadigingshormonen raken volledig ontregeld bij zoet, knapperig en zout eten (vooral de combinatie hiervan). Gevolg: overeten (de chipszak die in één keer leeg gaat) en daardoor weer een grote kans op overgewicht. Vetcellen produceren het 'door-eet hormoon' dus hoe meer vetcellen hoe meer honger je lijkt te hebben. En zo is de kans groot om in een vicieuze cirkel terecht te komen. Het tegenovergestelde is het geval bij onbewerkte, pure, verzadigende voeding waar ons lichaam veel voedingstoffen uit haalt. De kans is klein om daar teveel van te eten. Een voorbeeld: een handje ongezouten amandelen en een handje borrelnoten bevatten ongeveer evenveel calorieën maar de voedingswaarde is totaal anders. Amandelen zijn een bron van vitamines, mineralen en onverzadigde vetten. Borrelnoten bestaan vooral uit ongezond transvet, suiker en gebakken pinda's. In het laatste geval krijg je veel lege calorieën binnen (calorieën zonder voedingstoffen). Bij het handje amandelen zal je daarom sneller verzadigd zijn. Je lichaam herkent dit voedsel en heeft na één of twee handjes simpelweg genoeg gehad. De kans dat er een tweede hand met borrelnoten naar binnen gaat is daarentegen vele malen groter dankzij de verslavende werking van suiker in combinatie met het zoute en de knapperigheid. Volgende keer deel 2 van de gezondheidsfabels top 10!
0 Comments
Leave a Reply. |
Blogs
All
|